Een botopbouw is soms nodig om tandimplantaten te kunnen plaatsen. Implantaten dienen om een gebitsprothese houvast te geven of om een kroon- en/of brug te plaatsen. Na het trekken van een tand of kies gaat namelijk kaakbot verloren. Een botreconstructie kan dan noodzakelijk zijn om het plaatsen van het tandheelkundige implantaat mogelijk te maken.
Als slechts één tand moet worden vervangen en er onvoldoende bot in hoogte en breedte aanwezig is voor het plaatsen van een implantaat kan het defect meestal worden opgevuld met een bottransplantaat uit de mondholte zoals uit de kin of verstandskiesregio. Deze ingreep kan zowel onder plaatselijke verdoving als onder narcose worden uitgevoerd.
In de bovenkaak komt het veelvuldig voor dat er niet voldoende kaakbot aanwezig om implantaten te kunnen aanbrengen. Vaak is er namelijk sprake van een sterk geslonken kaakwal in combinatie met een grote luchthoudende sinus (kaakholte). Er bestaat echter de mogelijkheid om zowel de bodem van de kaakholte te verhogen als de kaak te verbreden. Na een dergelijke ingreep (sinuslifting), kunnen wel implantaten geplaatst worden in deze kaakdelen. Bij deze ingreep wordt uit de bekkenkam een stuk bot getransplanteerd naar de kaak.
Een extreem geslonken onderkaak kan ook met een bottransplantaat uit de bekkenkam worden gereconstrueerd. Na het verhogen van de kaak is het dan mogelijk om implantaten te plaatsen.
In sommige gevallen kunnen implantaten direct in combinatie met de botopbouw worden geplaatst. In de meeste gevallen is het echter nodig dat het getransplanteerde bot eerst volledig vastgroeit. Vier maanden na de botopbouw worden dan de implantaten geplaatst.
Niets zo vervelend al knallende tandpijn! Maak snel een afspraak.
Maak een afspraak